van roestbak tot varend monument

Beknopte historie van Groninger tjalk ‘Rensiena’

Begin maart 1909        

Bij werf Mulder in Vierverlaten (Hoogkerk) wordt een nieuwe tjalk van vijfentwintig meter te water gelaten.   

9 maart 1909       

In Groningen wordt een eigendomsverklaring opgemaakt met de verklaring dat Johannes van der Woude de eerste eigenaar van de Hoop op Zegen is. Deze verklaring is geregistreerd voor een bedrag van f 1,20.       

25 mei 1920                  

Johannes van der Woude –inmiddels gedomicilieerd te Kampen- verkoopt het schip voor dertienduizend vijfhonderd gulden aan Harke Smit en de scheepsnaam ”Hoop op Zegen” wordt veranderd in ”Rensiena”.

22 juni 1925                  

Harke Smit verkoopt het schip aan Hendrik Smit. Beide schippers zijn gedomiliceerd te Groningen.       

26 juni 1925                  

De toenmalige eigenaar neemt een hypotheek op het schip; uit een schuld- bekentenis lezen wij dat Freerk Barkmeijer 1000 gulden en Nieske Barkmeijer 1500 gulden hypotheek geven.

29 september 1927  

Het schip Rensiena wordt op naam van Hendrik Smit te boek 1927 gesteld.

1940 – 1945         

Uit een gesprek met een familielid van Hendrik Smit te Zuidhorn vernemen wij dat in de 2e Wereldoorlog tijdens een vuurgevecht in Coevorden geweerkogels door de roef zijn gevlogen.

27 januari 1953    

Adres in oud document: p/a H. Smit Wervershoofstraat 32 te Amsterdam Noord.

25 juli 1969         

Schip wordt op naam NV G. J. van Gelder gevestigd te Wormerveer te boek gesteld. Vermoedelijk wordt in Wormerveer het schip geheel onttakeld en geschikt gemaakt voor de opslag van graan. We weten dat het schip toen een houten luikenkap had en dat de roef was eraf gesloopt.

Augustus 1975     

Arjan Blokker (eigenaar van het autohobbycentrum  in de Houthaven) koopt, waarschijnlijk bij een scheepshandelaar, de bijna kale romp van het schip, liggend in Wormerveer. Hij brengt het schip naar Amsterdam en legt het achter het toen nog leegstaande pakhuis aan het Prinseneiland. 

Periode tussen 1977 en 1991 

De naam van het schip wordt weer Hoop Op Zegen. Arjan woont tegenover de ligplaats van het schip op de vaste wal aan de Bickersgracht. Hij gaat de bijna kale romp restaureren. Eigenaar A. Blokker krijgt op 11 oktober 1984 een uittreksel uit het hypotheek-register te Groningen.

In de kennissenkring van Arjan Blokker en omwonende buurtbewoners waren veel mensen die van ijzerwerk en scheepsmotoren verstand hadden en met die vakkennis Arjan zijn gaan helpen met de restauratie. De houten luikenkap wordt vervangen door een stalen luikenkap. Tevens komt er weer een nieuwe roef op te staan, die compleet wordt ingericht, ongeveer zoals het nu nog steeds is. Waarschijnlijk bouwt Arjan de eerste motor, een DAF 575 in. Uit een paar houten heipalen worden een mast, giek, kluiverboom en gaffel gemaakt. Voordat het serieuze zeilen begint zijn deze rondhouten alweer verrot.

Er moet een grote hijskraan worden gehuurd om de verrotte mast van het schip te verwijderen. De verdere restauratie van het schip is daarna in het slop geraakt.

Foto plusminus1980; ook toen al werd er aan het schip gewerkt. Op de rug gezien ziet u de vorige eigenaar Arjan Blokker en zijn buurman met zijn bijnaam Jan Snor

18 november 1991 

Het schip Hoop op Zegen wordt op naam van Fred Lechner te boek gesteld. Hij is van plan de restauratie op te pakken en maakt daarvoor eerst op papier een restauratieplan; dat beslaat in totaal acht jaar (startend 1 januari 1992 en eindigend in het jaar 2000). Al snel wordt duidelijk dat ook bij hem de restauratie niet geheel volgens de planning verloopt. 

Medio 1998          

Door het leegkomen van twee woningen in een huis op de Brouwersgracht kon dat pand worden verkocht. Voor de schipper kwam een leuk geldbedrag vrij en dat betekende voor hem dat een aantal werkzaamheden konden worden uitbesteed. Het restauratieplan werd aangepast, de einddatum bleef echter gehandhaafd. Vanaf dat moment zijn er drie gerestaureerde zustertjalken van de werf Mulder opgezocht, uitgebreid op oorspronkelijke details onderzocht en gefotografeerd.

1999-2000          

De plannen zijn klaar en afspraken zijn gemaakt en de restauratie komt in een stroom-versnelling; april 1999 wordt het schip –in de conditie zoals op de foto is te zien- met een ploeg kroeggenoten naar de restauratiewerf van Peter Syperda in Friesland gevaren. Hier wordt alle ijzerwerk gedaan: van restaureren tot reconstrueren. Na de zomer wordt de roestbak naar Harlingen gevaren; het hele schip wordt in een immense loods gegritstraald en  vervolgens in de kleuren bruin en zwart gespoten. Gelijktijdig wordt op een andere werf in Harlingen alle rondhouten nieuw gemaakt door Peter Glas en in Edam krijgt Theo Dokman de opdracht de zeilen te maken. Strikwerda uit Schraard gaat de nieuwe lieren leveren.

Najaar 1999

Het schip is weer terug in Amsterdam. Floris Hin en Reinoud Bloeme krijgen de opdracht om het tuigwerk te doen.

Februari 2000

Het afbouwen start. De rondhouten worden in de Minervahaven aan boord gehesen. In mei is de restauratie  inmiddels zo ver gevorderd dat de mast op feestelijk wijze voor de eerste keer met de hand omhoog gedraaid wordt. In juni worden de zeilen aangeslagen en wordt er nog met man en macht gesleuteld en geschilderd. Gelijktijdig worden op de scheepswerf van Elly  Duba de nieuwe zwaarden en het nieuwe roer aan het schip gehangen (gemaakt door Jan Pander). Al met al was het een zeer hectische tijd en een en ander was zeker niet gelukt zonder de hulp van vrienden, familie, kennissen en buren. Daar zijn we ze nu nog steeds erkentelijk voor.

Sail 2000             

De eerste vaartocht is de deelname aan de intocht van de zeilschepen die aan  dit Sail-evenement meedoen. Vanaf IJmuiden vaart de Hoop op Zegen vlak achter de ‘Amsterdam’ als eerste schip het IJ op.            

2001                    

Fred herintroduceert de naam Rensiena. Deze naam komt op de nieuwe zetborden te staan.

N.b.:                    

Van de restauratie zijn door is door broer Hans Stolk, samen met vrouw Nelly en zoon Michel een mooie videofilm gemaakt en door ons zelf zijn een zestal fotoboekjes gefabriceerd welk aan boord zijn in te zien.

 

Amsterdam, april 2009

Fred Lechner en Trui Stolk